Yoga Sadana
Image default
Dieren

Welke vogels maken gebruik van vogelhuisjes?

Als je ooit in een park, achtertuin of zelfs maar een klein stukje natuur bent geweest, heb je misschien wel eens een vogelhuisje gezien. Deze kleine houten kastjes worden vaak gebruikt als huisvesting voor vogels en andere kleine wezens. Maar wat voor vogels wonen graag in vogelhuisjes? Het antwoord is diverser dan je misschien denkt!

Welke vogels gebruiken het vogelhuisje?

Er zijn verschillende soorten vogels die vogelhuisjes als huis gebruiken. De meest voorkomende zijn onder andere mezen, winterkoninkjes, blauwe vogeltjes, purpermarters, meesjes, zwaluwen en boomklevers. Al deze soorten komen voor in Noord-Amerika en vele andere delen van de wereld. Elk van hen heeft zijn eigen unieke voorkeuren als het gaat om het ontwerp en de plaatsing van vogelhuisjes.

Mezen voelen zich aangetrokken tot huisjes van kleiner formaat met een invlieggat van ongeveer 1-1/8 inch breed aan de onderkant. Ze geven meestal de voorkeur aan open leefgebieden zoals achtertuinen of parken, waar ze gemakkelijk naar voedsel kunnen zoeken en toch de bescherming van hun huis in de buurt hebben.

Winterkoninkjes houden ook van kleinere huisjes met een invlieggat van 1-1/4 inch tot 1-1/2 inch breed aan de onderkant. Ze leven meestal in struikachtige gebieden in de buurt van waterbronnen, maar zullen in vogelhuisjes gaan wonen als er een in de buurt is.

Bluebirds niet in Nederland, maar willen we wel even noemen, houden van huisjes van grotere afmetingen met een invlieggat van 1-1/2 inch tot 2-1/4 inch breed aan de onderkant, omdat ze graag bovenop hun huisje zitten tijdens zonnige dagen of snel uitvliegen als ze gestoord worden door roofdieren.

Paarse marters houden van grote kalebasvormige huizen die aan palen hangen in de buurt van watergebieden of weilanden, omdat ze overdag boven deze open gebieden op insecten jagen en dan ’s nachts naar huis terugkeren om te rusten.

Meesjes worden aangetrokken door iets kleinere woningen dan die van de bluebirds, maar hebben nog steeds een opening nodig van ongeveer 1-3/4 inches breed aan de onderkant, zodat ze vrij uit hun nestkastje kunnen komen en gaan.

Zwaluwen geven de voorkeur aan kalebasvormige constructies die aan palen hangen boven waterbronnen zoals vijvers of meren, omdat ze dan gemakkelijk toegang hebben tot voedselbronnen en ook beschutting hebben tegen extreme weersomstandigheden zoals zware regenval of harde wind, die hen schade zou kunnen berokkenen als ze onbeschermd in de vrije natuur worden achtergelaten zonder enige beschutting in de buurt.

Boomklevers waarderen ook de kalebasvormige schuilplaatsen die aan bomen hangen, zodat ze zich daaraan kunnen vastklampen terwijl ze naar insecten op de boomschors zoeken. En ze geven de voorkeur aan nestplaatsen die uit de buurt liggen van drukke paden. Dit omdat er in het algemeen meer roofdieren zoals katten, op de loer liggen in dichtbevolkte gebieden. Waardoor het voor hen moeilijker is om op natuurlijke wijze te overleven zonder hulp van door de mens gemaakte objecten (vogelhuizen) die extra veiligheidsvoorzieningen bieden die elders niet beschikbaar zijn.

Zorg er bij het kiezen van een nestkastje voor dat je er een kiest die past bij de voorkeuren van je gewenste vogelsoort, zodat ze zich er prettig voelen. Vogelhuisjes moeten worden geplaatst op open plekken in de buurt van bomen of struiken waar het grootste deel van de dag veel zonlicht is en dicht genoeg bij betrouwbare voedselbronnen, zoals tuinen vol met bloemen die rijk zijn aan nectar en voldoende voedsel bieden aan de vogels die ze nodig hebben.

Bij het plaatsen van je vogelhuisje/nestkastje is het niet alleen belangrijk naar de afmetingen te kijken, maar ook naar de juiste plaats in je tuin. Dit omdat verschillende vogelsoorten verschillende eisen hebben voor hun tijdelijke woning.